Het verhaal van “Mr.X”
Mijn verhaal MOET ik gewoon op schrift zetten.
Op de kleuterschool (1972-1974) werd ik gepest door een 1 jaar
jonger buurjongetje. Regelmatig was ik slachtoffer van zijn driftbuien.
Lijm over me heen, mij beschuldigen bij de kleuterjuf terwijl ik niets gedaan had
enzovoorts. Achteraf (20 jaar later) bleek dat deze eerste pester zèlf
verstandelijk beperkt is èn thuis letterlijk en figuurlijk mishandeld werd.
Ook heeft deze jongen vrij recent zijn excuses persoonlijk aangeboden voor wat hij mij èn anderen had aangedaan. Ik had ‘m dit allang
vergeven en was dit eigenlijk al vergeten. Maar toch… Toen had ik al mijn eerste pester.
Op de lagere school (1974-1980) werd ik gepest door diverse
oudere schoolgaanden. Het belangrijkste voorbeeld op de lagere school was
dat notabene de zoon van een goede collega van mijn vader een speciaal
woord voor mij bedacht had op school. Na 2 jaar pesten mèt dat woord te gebruiken werd hij door de nèt benoemde
hoofdmeester verzocht dit woord te verklaren en kreeg strafwerk en hij werd opgedragen daarna excuses te maken. Dit
laatste is echter nooit gebeurd. Tijdens deze zelfde schoolperiode zat ik bij de E2, E1 en D2 van de
dorpsvoetbalclub. Ik werd hier met het nodige duw- en trekwerk binnen de
eigen club van rechter vleugelspits tot bankzitter. Tot overmaat van ramp zat mijn 2-jaar jongere broertje in
hetzelfde elftal als ik en was hij wèl gezond en gewild in het team.
Op de middelbare school (1980-1986) was ik de vreemde eend in de bijt. Ik maakte
vrienden door ze te “kopen” met snoepgoed en koekjes. Mijn ECHTE vrienden
van toen zijn nog steeds mijn echte vrienden en hebben geen seconde van mij
geprofiteerd. Zo wel de anderen… In de brugklas viel de pesterij, op een door een opgeschoten MAVO-3-leerling
veroorzaakte hersenschudding. Ik kon mijn spreekwoordelijke ei en frustraties door diverse fysieke en
andere pesterijen sindsdien kwijt in de muziek (schoolorkest e.d.) en computerwereld (computerclub van school).
Vanaf de 2e klas (HAVO) tot ergens medio 1984 werd stelselmatig minstens 3x per week mijn fiets gesaboteerd. Ik moest 6 km naar huis.
Ook had een klasgenoot, een van diverse scholen eerder afgetrapt zijnde
jongen, het op mij gemunt met ander geklier. Hij stookte anderen op mij te
pesten en deed daar zelf dan nog een schepje op. Ik durfde hier niet tegenin
te gaan, totdat een leraar hem betrapte. Hij werd na herhaaldelijk schorsingen uiteindelijk van school getrapt. Járen later, het
moet rond 1998 zijn geweest, heeft hij mij zijn excuses persoonlijk
aangeboden en zijn verhaal verteld. Als rijkeluiszoon was hij door zijn
vader altijd gekleineerd en vergeleken met zijn grote zus als zijnde
“nietsnut ten opzichte van haar”. Ik heb het ‘m geheel kunnen vergeven. Vergeten
zal ik dit echter nooit. Dit heeft me namelijk getekend voor het leven.
Óók op diezelfde school werd ik getreiterd tijdens gymles. Na de gymles durfde ik op school niet meer te douchen door de vele, zelfs
seksueel getinte, toespelingen èn uiteindelijk een gebruikt condoom
(vol met sperma of iets wat daarop leek) tussen mijn spullen. De dader
was gesnapt en is 3 weken geschorst geweest. Uit angst voor sommige
klasgenoten en omdat ik eigenlijk voor het gymnasium getest was heb ik
mezelf een “low profile” proberen aan te meten in die schooltijd en
dientengevolge 4 HAVO gedoubleerd.
Op de 1e beroepsopleiding (1986-1988) bleek mijn vakkenpakket op de HAVO
niet te matchen en was ik, op de vaktechnische kennis na, de pineut. De
inhoudelijke vakken waren geen probleem. De klasgenoten echter wel. Er werd
me bijna letterlijk het bloed onder de nagels vandaan gehaald door
toespelingen op zogenaamd mijn homoseksualiteit (ik ben toch echt hetero
hoor), fysieke snelheid en gewoon “in de zeik gezet” door diverse
klasgenoten uit mijn eigen stad èn andere plaatsen. Grapjes werden
plaagstootjes, plaagstootjes werden plaaggolven, plaaggolven werden
pesterijen, pesterijen werd pestgedrag tot heel erg aan toe. Ik kreeg
depressies, heftige depressies. Die maskeerde ik als een volleerd
toneelspeler. Tòch heb ik ook hier blijvende vriendschappen overgehouden.
Op de 2e beroepsopleiding (1988-1993) bleken klasgenoten graag van mijn
grotendeels zelf vergaarde computerkennis gebruik te maken en hebben daar
dan ook gretig gebruik van gemaakt. Had ik hèn nodig dan gaven zij niet
thuis en pestten mij zelfs. :( Ook hier kreeg ik gelukkig met èchte vrienden
te maken. Door een leraar gepest, helaas. Mijn afstudeeropdracht in ALLE
tussenfasen goedgekeurd en in de eindfase afgekeurd met “begin maar opnieuw,
dit is niets”. Burn-out. Een half jaar géén school gevolgd, maar me begraven
in mijn 1e èchte baantje wat ik tot in 1996 vol hield.
Er kwam enigszins rust in de tent. Tot ik (na mijn afstuderen) (bestuurs)lid
van enige jongerenverenigingen werd. Niet “ik”, maar “we” werden
gepest door “studenten door pa en ma gesponsord” en hun verenigingen. Tot
fysiek geweld aan toe. Ons verenigingsmeubilair heeft het deels niet
overleefd. Er zijn geen gewonden gevallen.
Werkend in een stad 90 km verderop kwam ik te werken met een tweetal pesters
uit mijn eerste beroepsopleidingstijd. Die moest ik instrueren. Ik heb hen
alleen het hoognodige verteld en hun verder “in hun sop laten gaarkoken”.
Dit leek op te luchten, maar toch niet :(.
Werkend in mijn eigen geboorteplaats kwam ik bij een communicatie-bedrijf te
werken in het ICT-beheer. Heerlijk werk, alleen werd ik stelselmatig door
mijn teamleider achtergesteld. Promoties (salarisschaal-verhoging) kreeg ik
nooit, maar de zgn. bruinwerkers wel. Oneerlijkheid was dus nu de pestvorm?! Ik heb het daar 7 jaar volgehouden,
mede dankzij wisseling van teamleider èn de goede verstandhouding met de
èchte collega’s (exclusief de kontekruipers).
Het pesten begon weer ècht bij de daaropvolgende werkgever. Als ICT-er bij
een “eerste levensbehoeften verzorgend” bedrijf werd ik er regelmatig
psychisch “tussen genomen” door een helpdeskmedewerker. Dit heb ik
echter (wel pas na 6 maanden) als een volwassene bespreekbaar kunnen maken
en deze jongen bood toen onmiddellijk zijn excuses aan.
Bij mijn huidige werkgever, tot slot, ben ik bijna 4 jaar lang psychisch
mishandeld door een collega. Ik heb hem uiteindelijk bij mijn afdelingshoofd
aangegeven sindsdien ben ik niet meer gepest op het werk. Wel “snap” ik soms naar
iemand die een op de eerder gedane pesterijen lijkend grapje met iemand
uithaalt. Ik kan daar niet tegen.
Parallel aan de laatste vier paragrafen liep mijn lidmaatschap en
bestuurslidmaatschap van een plaatselijke harmonie en heb ik mijn echtgenote
leren kennen. Ik ben uit de vereniging opgestapt vanwege alle leugens,
pesterijen en insinuaties. Zo werd ik beschuldigd van het (notabene tijdens
een door mij gespeelde tuba-solo) spelen met mijn (op 3 km afstand van het
concert liggende) mobiele telefoon tijdens een belangrijk concert. Huh?! Ook
had uiteindelijk slechts 1 medebestuurslid het fatsoen me te feliciteren met
mijn net gesloten wettelijk huwelijk. Ook werd mijn werk als
muziekarchivaris en club-ICT-er niet gewaardeerd en zelfs tegengewerkt.
De maat was vol, ik ben opgestapt.
Ikzelf heb diverse zelfmoordgevoelens weggeslikt in de loop der jaren.
Inmiddels ben ik nu 1 jaar pestvrij, maar leef nog steeds in de dagelijkse
angst gepest te worden. Depressies worden minder en levensvreugde wordt meer.
Luitjes, wordt géén pester èn stop de pesters op scholen, in verenigingen,
op straat èn op je werk. Doe er iets aan.
Grt. “Mr.X”, 46 jaar oud inmiddels.
Op bovenstaand verhaal berust copyright. Copyright is een auteursrecht en biedt de schrijver/schrijfster wettelijke bescherming. Dit houdt in dat bovenstaand verhaal niet door derden gebruikt mag worden, zonder toestemming van de Stichting Aandacht voor Pesten. (december 2014)